Leven en dood van een woudreus. Ontdek het tijdens het boswachtersfeestje

Kinderen houden van verhalen. En ook om verhalen zelf te beleven… het avontuur aangaan!

We gebruiken verhalen en vooral avonturen om onze activiteiten vorm te geven. Hierdoor krijgen kinderen er meer zin in. Begrijpen ze beter waar we het over hebben. En blijft de inhoud veel beter hangen. Verhalen liggen voor het oprapen in de natuur! Hieronder lees je hoe we een mooi natuurverhaal: dat van leven en dood van een woudreus met de kinderen beleven.

Dit is een bos met woudreuzen. Dat zijn hele grote bomen die al heel lang leven! Maar woudreuzen gaan ook wel eens dood. We ontdekken leven en dood van de woudreus! Kijk eens daar ligt een woudreus op de grond…

1. Dit was ooit een trotse woudreus! Maar al jaren geleden is hij omgewaaid. De natuur ruimt de woudreus zelf op! Kijk maar eens goed met je vergrootglas. Ga er maar eens heel dicht bij met je ogen… Wat zie je allemaal? Zie je diertjes kruipen? Zie je paddenstoelen? Hoe voelt het, hard of zacht, droog of nat? Hoe ruikt het? Diertjes en paddenstoelen eten het hout op en maken er weer aarde van.

2.Kijk hier eens. Deze boom heeft zijn wortels nog.  Met de wortels stond ie in de grond. Daarmee zoog hij water met daarin voedsel opgelost uit de grond. Net als jij met een rietje kunt zuigen. Soms vind je een boom die nog met een paar wortels in de grond zit. Die blijft vaak nog leven.

3.Gelukkig deze boom staat nog overeind! Lig op de grond en kijk eens omhoog naar de boomkroon. Zie je hoe de blaadjes zich uitspreiden om licht te vangen. Lig jij ook graag in de zon?

4. We kruipen met ons groepje onder de struik. Bomen ademen zuurstof uit. Dat kunnen wij goed gebruiken. Maar je kunt ook jouw adem teruggeven aan de boom. Wij ademen CO2 uit. En dat ademt de boom nu juist in!

5. Hé kijk eens allemaal eikels op de grond. Uit een eikel kan een nieuwe woudreus groeien. Vul een potje met losse aarde, bijvoorbeeld die je vond bij de omgevallen woudreus. Uit een eikel groeit een nieuwe eikenboom. Het heeft voedsel, water, lucht en licht nodig. Misschien groeit er straks een nieuwe woudreus bij jou in de tuin.

6. Je weet nu hoe een woudreus ontstaat en wat er gebeurt als die dood is gegaan. Zullen we zijn leven naspelen… De begeleider vertelt een verhaal. En de kinderen doen dat met hun lichaam na.

Eerst lig je als zaadje in de vruchtbare grond… je voelt een worteltje groeien, een stengeltje komt omhoog boven de grond. Aan de stengel groeit een blaadje. Je groeit steeds groter en groter. In de winter vallen je blaadjes af. In het voorjaar krijg je weer nieuwe blaadjes.  Zo gaat dat jaren en jaren door. Als jonge boom zwiep je met de wind mee. Als grotere boom blijf je stoer staan met je wortels in de grond… Je krijgt nieuwe eikels. Daaruit groeien je kinderen. Sommige eikels worden opgegeten of meegenomen. Op een kwade dag slaat de bliksem in je. Je verliest een hele grote zijtak. En in de wond gaat een paddenstoel groeien. Een zwarte specht pikt een gat in je en legt haar eitjes. In je binnenste zitten nu drie hongerige spechtjes… Je bent toch wel een beetje trots op je zelf…

Vijf jaar later is er weer een storm. Het waait heel hard en je staat helemaal te schudden. En dan gebeurt het ergste. Met luid gekraak val je op de grond. Maar in de natuur is er nooit iets voorbij. Je voelt een pissebed door de scheuren in het hout kruipen, schimmeldraden groeien om je heen. Een houtworm vreet aan je. Langzaam verander je weer in de aarde die je vroeger met je wortels opzoog. In de herfst valt er een eikeltje op wat eerst jouw boomstam was. Het eikeltje krijgt een worteltje, een stengeltje, aan dat stengeltje groeit een blad en nog een en nog een.

Het verhaal van de nieuwe woudreus is begonnen!